De betere wereld kan wel wat humor gebruiken.

Vóór je briesend wegklikt: dit stukje gaat overwat je kunt leren van je ergste concurrent. Maatschappelijke organisaties, ideëlestichtingen en andere wereldverbeterende groepen zouden een voorbeeld kunnen nemen aan VVD-lijsttrekker Mark Rutte in het TV-debat met Jesse Klaver en Attje Kuiken.

In plaats van een harig boetekleed over zijn maatpakje aan te trekken of zich met zware woorden te verschansen achter decomplexiteit der dingen, wimpelde de lijsttrekker de toeslagenaffaire, Groningen, de woningnood, kleumende asielzoekers en andere zelfgemaakte rampen glimlachend weg met een dodelijk: ‘Wat zijn jullie toch altijd somber. En helemaal geen humor ook’ (en schudt het moede hoofd).

Leerzaam voor iedere publieke waardemaker.

Allereerst omdat het pijnlijk wáár is. Het standaard repertoire bij maatschappelijke zaken is een verlammende berg feiten, liefst afgevuurd met het kruit van morele woede. Allemaal rotsvast gebaseerd op de absurde aanname dat mensen zich graag laten overtuigen door feiten. Alsof ooit iemand met je naar bed zou willen omdat je daar zulke goede argumenten voor loeit.

Iets wetenschappelijker gezegd: Rutte laat het verschil zien tussen een boodschap en een key response. Omdat we liever onszelf dan een ander geloven, verzet de menselijke geest zich tegen boodschappen. Hoe stelliger die zijn, hoe dieper onze hakken het zand in gaan. Het is daarom effectiever om te bedenken welke stimulus nodig is om ons zélf de gewenste response te laten bedenken. In de casus Rutte: hij wordt van links én rechts aangevallen. De gewenste response bij zijn doelgroep is dat de VVD juist een veilig, warm midden is tussen al die extremistische ernst. Een uitstekende stimulus daarvoor is vrolijk en opgeruimd te blijven, in plaats vanterug te schieten met met eigen sombere stelligheden.

Bedankt Mark, heel leerzaam allemaal. Maar moeten woningzoekenden, verpleegkundigen en natuurbeschermers nu allemaal de clown gaan uithangen? Nee, natuurlijk niet.

Wat ze wel kunnen doen, is kijken welke ándere vormen van communicatie waardering scoren. De Gouden Loeki is daarvoor een betere bron dan feitelijke logica. Laat daarom bij een volgende misstand het bekende argumentenkanon even op non-actiefen bedenk welke stimuli er nog meer te verzinnen zijn voor de gewenste response.

Voorbeelden? De vette knipoog waarmee Amnesty tijdens het staatsbezoek van de Russische president in 2014 de stad vol hing met de oproep ‘Jaag Putin geen schrik aan’: knalgele posters die vriendelijk verzochten even niet te praten over vrijheid van meningsuiting, homo-rechten, punkbandjes en andere zaken waar die arme Vladimir van zou kunnen schrikken. Of Greenpeace, die in 2019 vanachter ramen op de Amsterdamse Wallen voorbijgangers verleidde even ‘een spaarlamp in te komen draaien’.

Deze acties scoorden een buitenproportionele opbrengst per Euro budget: iedereen schreef, vlogde en twitterde er over. Maar wat een dergelijke aanpak vooral doet, is lastige onderwerpen voor iedereen bespreekbaar maken. Humor en relativering ontspannen en verbinden. En dat is in deze tijden van polarisatie niet leuk meegenomen, maar een regelrechte randvoorwaarde.

Ook daarom kan de betere wereld wel wat humor gebruiken.